Een van de meest bekende Limburgse vlaaien is wel de rijstevlaai. Vaak opgemaakt met veel slagroom en chocola. Alexander houd erg veel van rijstevlaai, maar vaak eet hij eerst al die decoratie op, om vervolgens aan het voor hem lekkerste gedeelte te beginnen, de kale rijstevlaai. Maar dat vind hij dan ook zo lekker, als hij de keus heeft neemt hij altijd rijstevlaai. Jaren geleden heb ik al eens eerder een rijstevlaai gebakken, maar ik vond het tijd om dit weer eens over te doen en mijn lieve schat te verwennen met lekkere rijstevlaai zonder alle decoratie.

Ingrediënten (1 vlaai 30 cm doorsnede):
Deeg:
200 gr bloem
35 gr boter
7 gr droge gist
100 ml melk
2 el suiker
mespuntje zout
1 eidooier

Vulling:
125 gr dessertrijst
1 liter melk
250 ml slagroom
1 vanillestokje
1 kaneelstokje
mespuntje zout
125 gr suiker
2 eieren

Instructies:
Mix alle ingrediënten voor het deeg en kneed tot een soepel deeg. Laat het deeg in een afgedekte kom ca. 30 minuten rijzen. Op een bebloemd oppervlak, rol het deeg uit tot een lap groot genoeg om de vorm mee te bekleden. Bekleed de ingevette vlaaivorm van 30 cm doorsnede met het deeg. Prik met een vork gaatjes in de bodem.

Voor de vulling. Breng alle ingrediënten, exclusief de eieren aan de kook. Laat op laag vuur 20 minuten zachtjes koken. Laat dit mengsel een klein beetje afkoelen. Klop tijdens het afkoelen de eieren op tot ze bijna wit zijn. Spatel het eimengsel heel voorzichtig door het rijstmengsel. 

Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius. Giet de vulling voorzichtig in de vorm. Bak de vlaai in ongeveer 40 minuten goudbruin en gaar.

Eet smakelijk!